Hier opnieuw een verhaal, ditmaal een die ik heb geschreven als huiswerkopdracht voor een schrijfcursus.
Na de dienst in de moskee stapt Amira op haar fiets, ze moet snel fietsen want het eten staat vermoedelijk al bijna op tafel, haar vader had beloofd zijn speciale gerecht klaar te maken. Vijfhonderd meter van haar huis verwijderd komt ze langs het gemeentehuis, omgeven door vele ambulances en politie-auto's. Extra opvallend is de menigte die er naast staat, veelal boos-kijkend en opgefokt overkomend. Alle angst van Amira's heftige geschiedenis komt spontaan weer naar boven. "Klote-buitenlander!", hoort Amira plotseling en van schrik valt ze van haar fiets. "Net goed!", klinkt het weer. De laatste gedachte die door Amira's hoofd gaat is wat zij eraan kan doen, wat er dan ook gebeurd was. Daarna hoort Amira een tijdje niks meer en krijgt ze ook even geen gedachten meer door, haar hoofd had een flinke knal op het asfalt gemaakt.
Wanneer Amira wakker wordt en haar ogen opent, komt net de dokter binnenlopen: "De wond op je hoofd is gehecht en je hebt geen hersenschudding gehad, dus je mag weer naar huis." Eenmaal thuis gekomen en bijgepraat met haar vader vraagt Amira hem: "Wat was er eigenlijk gebeurd bij het gemeentehuis, pap?" Brahim, zoals haar vader heet, klinkt meteen een stuk angstiger: "Er werd geschoten... de burgemeester is overleden... de dader heeft zelfmoord gepleegd... en, en," Amira ziet haar vader vechten tegen de tranen, "hij riep Allahu Akbar...," Brahim barst in tranen uit en enkele seconden later kan ook Amira haar tranen niet meer verbergen.
De volgende dag fietst Amira vanuit school rechtstreeks door naar de supermarkt waar ze werkt. Als ze binnenkomt ziet ze op het rooster dat haar kassa-dienst is omgezet naar een magazijn-dienst. Wanneer Amira naar de manager gaat en vraagt of dit wel klopt is het antwoord: "Mensen willen minder snel geholpen worden door moslims." Boos vertrekt Amira alsnog naar het magazijn, want ze kan een inkomen goed gebruiken in deze barre tijd.
's Avonds barst Amira ineens in tranen uit, "waarom verpest zo'n idioot het voor iedereen?", was waar ze aan dacht. "Maar ik hou vol!" zegt Amira tegen zichzelf en ze begint te zoeken naar andere supermarkten in de omgeving die op zoek zijn naar werknemers voor in de winkel.
De volgende dag belt ze naar de eerste supermarkt waarvan ze een vacature had gezien, "Hallo, met Amira, ik zag jullie vacature...," maar al snel komt er een weerwoord vanaf de andere kant van de lijn: "Nee, sorry." Gelukkig had Amira nog een vacature gevonden en dus belt ze nu naar die supermarkt. Nogmaals zegt ze dat ze een vacature had gezien, "kun je vanmiddag even langskomen voor een gesprek, Amira?" vraagt de vriendelijke stem aan de andere kant van de lijn. "Graag!" antwoordt Amira enthousiast.
Gespannen loopt Amira richting de supermarkt, zich onder andere afvragend of ze zouden schrikken van haar hoofddoek. Na een kwartier echter is het gesprek al ten einde, "Gefeliciteerd met je nieuwe baan, Amira!" zegt de manager, "Ik heb er vertrouwen in dat je van waarde kunt zijn voor ons team."
Comments