top of page

Verhaal: De aardbei en de aardappel

Na de vorige, serieuze post nu een minder serieus verhaal. Vraag me niet hoe en waarom, maar na een melige bui ben ik een uitdaging aangegaan om een zielig verhaal te schrijven over een aardbei. Bij deze:


De zon breekt net door over de ver uitgestrekte weilanden van de boerderij. Op een van de weilanden welke het verste weg ligt van de boerderij staan de aardbeien en de aardappelen. De traktor van boer Harm is net klaar met het oogsten van de aardappelen en boer Harm tuft weer terug naar zijn boerderij.


Exact op de grens tussen het gebied van de aardappelen en dat van de aardbeien ligt een aardappel op de aarde. Dat wordt ook opgemerkt door de pasgekweekte, jonge en nieuwsgierige aardbei Aart. "Hallo, hallo! Gaat het, meneer Aardappel? Ik ben het, Aart van hiernaast." roept Aart naar de aardappel. Zuchtend en kreunend geeft de aardappel antwoord: "Maak je geen zorgen, Aart, ik red me wel." Aart betwijfeld of de aardappel dat zelf uberhaupt wel gelooft, maar probeert het te geloven.


Uren gaan voorbij en de zon gaat steeds feller schijnen. De bodem wordt bloedheet en hoewel Aart boven de grond hangt, merkt hij het wel degelijk. "Red u het wel met deze warmte, meneer?" vraagt Aart, die zich toch wel wat zorgen maakt, aan de aardappel. De aardappel blijft hoop houden en antwoord Aart dat hij zich geen zorgen moet maken. "Wat is uw naam eigenlijk, meneer?" is de volgende vraag die de nieuwsgierige Aart stelt. Voorzichtig glimlachend antwoord de aardappel dat hij en de aardbei naamgenootjes zijn.

Het feit dat Aart een naamgenoot heeft ontmoet en nog niet veel anderen in zijn leven heeft, maakt dat Aart de meneer inmiddels als een vriend is gaan zien. De gesprekken tussen de aardbei en de aardappel gaan inmiddels over allerlei onderwerpen. De aardappel vertelt over zijn bijzondere avonturen die hij heeft meegemaakt tijdens het leven onder de grond. "Tof! Dat wil ik ook!" klinkt het al snel vanuit Aarts mond. Hoeveel moeite de aardappel ook doet om Aart te overtuigen dat dat als aardbei onmogelijk is, blijft Aart volhoudend en zeker van zijn zaak dat zijn ondergrondse avonturen ook zullen gaan gebeuren.


Na uren kletsen ziet Aart in zijn ooghoek iets bewegen, waarvan hij niet kan thuisbrengen wat het is. "Wat is dat?" vraagt Aart aan de aardappel, waarop deze antwoord niet achter zich te kunnen kijken. "Het komt steeds dichterbij, kijk je wel uit?" roept Aart richting de aardappel. "Dat zal ik d..." klinkt het vanuit de richting van de aardappel, maar om uit te kijken is het helaas al te laat.


Meteen schieten de tranen in Aarts ogen: "Aardappel!", schreeuwt hij het uit. En terwijl Aarts gedachten alleen maar bij de aardappel zijn, huilt hij zichzelf in slaap.

De volgende ochtend schiet Aart wakker doordat hij de twee dikke, vettige vingers van boer Harm aan zijn kruin voelt kriebelen. Enkele seconden later knalt hij met zijn onderwerk op de stevige, harde bodem van een houten kist. Dit kon zomaar zijn laatste dag worden, besefte Aart. Hopelijk kwam hij dan bij zijn naamgenoot, meneer Aardappel, want hij kon nog steeds niet geloven wat er de vorige dag gebeurd was.


Opeens zag hij de dikke, vettige vingers van boer Harm weer tevoorschijn komen en enkele van zijn mede-aardbeien oppakken. Vervolgens werden ze, voor Aarts ogen, een voor een vermorzeld in de vatsige, grote, stinkende mond van boer Harm. Hoewel het voor Aart duidelijk was dat dit ook zijn lot was, kon hij alleen nog maar aan meneer Aardappel denken. "Aardappel, Aardappel..." klonk het op een hele zielige toon uit de mond van de nog zo jonge Aart.


Toen zag Aart de vingers van die vieze, hongerige boer weer zijn richting op komen. Nadat deze weer enkelen van zijn mede-aardbeien hadden gepakt, voelde Aart nu toch echt dat de vingers zijn hoofd bijna samenknepen. Waar hij de anderen "Help!Help!" hoorde roepen, kwam er bij Aart nog steeds alleen maar "Aardappel, Aardappel..." uit. De poorten van boer Harms vieze, stinkende mond gingen open en Aart was aan de beurt.


Vlak voordat de poorten weer dichtgingen met Aart tussen de scherpe, witte punten van de poort klonk het nog eenmaal: "Aardappel, Aardappel..."


R.I.P. Aart Appel en Aart Bei

Recente blogposts

Alles weergeven

Verhaal: Amira

Hier opnieuw een verhaal, ditmaal een die ik heb geschreven als huiswerkopdracht voor een schrijfcursus. Na de dienst in de moskee stapt Amira op haar fiets, ze moet snel fietsen want het eten staat v

bottom of page